De schoolexamenperiodes voor de leerlingen in de (voor)examenklassen staan beschreven in het programma van toetsing en afsluiting (PTA).
Voor alle leerlingen zijn er een aantal toetsweken in het jaar. Onderbouwleerlingen hebben twee toetsweken, bovenbouwleerlingen (inclusief 3 mavo) hebben vier toetsweken. In het jaarprogramma staat wanneer de toetsweken zijn.
Ouders worden regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen en resultaten op school. Hieronder staat hoe dit gebeurt.
Alle leerlingen en hun ouders kunnen door het jaar heen de behaalde cijfers 'live' in het registratiesysteem Magister volgen. Het tussenrapport in de brugklas en het overgangsrapport (aan het eind van het jaar) worden als papieren rapport uitgegeven.
Cijferrapportages
Alle cijfers staan in het cijferoverzicht in Magister. Elke vakdocent publiceert zo spoedig mogelijk, na een schriftelijke of mondelinge overhoring of een proefwerk, het resultaat ervan in Magister. U en uw kind zien dit in Magister uitgedrukt in een cijfer of een beoordeling. U kunt de cijfers bekijken met een persoonlijk wachtwoord. Ook de mentor van uw kind kan deze cijfers zien.
In Magister wordt gedurende het jaar het voortschrijdend gemiddelde afgekapt op één decimaal weergegeven (bijvoorbeeld 7,45 wordt 7,4). Op het eindrapport staat voor de meeste vakken een cijfer. Dat is het eindcijfer afgerond op een geheel getal (bijvoorbeeld 7,45 wordt 7). Een aantal vakken wordt niet beoordeeld aan de hand van cijfers maar met de letters O/V/G (onvoldoende/voldoende/goed).
Rapporten
Elke leerling krijgt aan het eind van het schooljaar een officieel rapport uitgereikt. Leerlingen in de brugklas krijgen ook halverwege het jaar een rapport mee naar huis.
Bevorderingsnormen
Leerlingen worden bij ons geplaatst in een leerjaar en niveau dat aansluit bij het advies van de basisschool of de bevorderingsresultaten. Het kan gebeuren dat een leerling veel beter presteert dan werd verwacht of dat de resultaten juist tegenvallen. Als een leerling het beter doet, stelt de school voor om hem of haar in een klas van een hoger niveau (bijvoorbeeld van mavo naar havo) te plaatsen. Meestal zal dit bij de bevordering aan het einde van het schooljaar gebeuren, in een enkel geval ook wel eens halverwege het schooljaar.
Het omgekeerde komt ook voor. Het kan zijn dat het niveau toch te hoog gegrepen is. Dan wordt een leerling naar een lager onderwijsniveau geplaatst. We hebben een duidelijke voorkeur voor plaatsing in de meest geschikte afdeling. Blijven zitten in dezelfde afdeling betekent vaak een jaar tijdverlies. Het risico bestaat dat een leerling dan het gewenste diploma niet haalt. Het eerste en tweede leerjaar kunnen in principe niet worden overgedaan.
De bevorderingsnormen vindt u hier.
De tekst wordt elk najaar geactualiseerd en uiterlijk in november op de site geplaatst.